Hoe weet ik dat mijn paard tandproblemen heeft?

Enkele dingen die zouden kunnen opgemerkt worden bij tandproblemen:

  • voedsel laten vallen uit de mond
  • proppen van hooi / voordroog / gras in de stal of op de weide
  • meer speekselen
  • veranderingen in eetgewoontes (b.v. trager eten, bepaalde voeding / traktaties weigeren, gekke "bekken" trekken)
  • vermageren / achteruitgang algemene toestand
  • stinkende mond / adem
  • stinkende neusvloei uit (meestal) 1 neusgat
  • dikkere wangen
  • pijnlijke bult onderkaak
  • zwellingen / asymmetrie hoofd
  • gedragsveranderingen
  • hoofdschudden
  • hoofdschuw worden
  • moeilijk bit innemen
  • regelmatig koliek
  • diarree
  • slokdarmobstructies
  • ...

Problemen in de mond kunnen ook rijtechnische problemen geven (ook bij bitloos gereden paarden!). Het hoofd scheef houden, duidelijk verhoogde of verlaagde reactiviteit op bit, aanleuningsproblemen en verzet zijn hiervan voorbeelden. 

Waarom wordt een jaarlijkse gebitsverzorging aangeraden?

Ook wanneer uw paard geen teken geeft van problemen in de mond, is het aan te raden regelmatig de tandarts erbij te halen. Paarden (en vooral ezels) "verbijten" vaak ongemak of pijn die langzaam ontstaat en erger wordt. Hierdoor wordt er vaak niks opgemerkt, totdat het dier het niet meer kan maskeren. Door een regelmatige opvolging en "onderhoudsbeurt", verhoogt u het welzijn van uw paard. Dit heeft ook een impact hebben op de prestaties ervan. Bij sommige paarden is het aangewezen om meer dan 1 maal per jaar de tanden te laten verzorgen.

Wat is sedatie en is het nodig?

Een sedativum is een product dat kalmerend en bewustzijnsverlagend werkt. Een gesedeerd paard is suf en voelt minder pijn of ongemak. Het blijft wel rechtstaan, maar ontspant zich en laat het hoofd zakken. Door sedatie wordt een ingreep veiliger voor zowel mens als dier. Het is bovendien nodig voor een grondig mondonderzoek en correcte gebitsbehandeling. 

De sedatie bij paarden gebeurt doorgaans door een inspuiting van een sedativum met een fijn naaldje in de halsader. Het merendeel van de paarden reageert hier nauwelijks op. Bij paarden die schrik hebben van prikjes, kan er eventueel gebruik gemaakt worden van een gel met sedatieve werking voor in de mond. Een inspuiting in het bloed geniet echter de voorkeur, aangezien het effect sneller en meer voorspelbaar is.